Vertaling van center

Inhoud:

Engels
Nederlands
to center, to centre, to concentrate, to focus, to pore, to rivet {ww.}
concentreren

I center
you center
we center

ik concentreer
jij concentreert
wij concentreren
» meer vervoegingen van concentreren

Turn off the television. I can't concentrate.
Zet de televisie uit. Ik kan me niet concentreren.
to center, to centre {ww.}
centreren

I center
you center
we center

ik centreer
jij centreert
wij centreren
» meer vervoegingen van centreren

to center, to centre, to concentrate, to focus, to pore, to rivet {ww.}
richten

I center
you center
we center

ik richt
jij richt
wij richten
» meer vervoegingen van richten

to center, to centre {ww.}
concentreren

I center
you center
we center

ik concentreer
jij concentreert
wij concentreren
» meer vervoegingen van concentreren

center, centre {zn.}
centrum [o] (het ~)
middelpunt [o] (het ~)
The city hall is in the center of the city.
Het stadhuis is in het centrum.
Downtown (city center)
In het centrum
center, centre, midpoint {zn.}
midden [o] (het ~)
middenstuk
middengedeelte
middelstuk
The Alps are in the center of Europe.
De Alpen liggen in het midden van Europa.
We sat in the center of the room.
We zaten in het midden van de kamer.
center, centre, core, essence, gist, heart, heart and soul, inwardness, kernel, marrow, meat, nitty-gritty, nub, pith, substance, sum {zn.}
ziel [v] (de ~)
center, centre {zn.}
centrum [o] (het ~)
Market Square is the historic centre of the city.
Het Marktplein is het historische centrum van de stad.
center, mall, plaza, shopping center, shopping centre, shopping mall {zn.}
winkelcentrum [o] (het ~)
center, centre, midpoint {zn.}
middelpunt [o] (het ~)
center, centre, eye, heart, middle {zn.}
kern [m] (de ~)
hart [o] (het ~)
center, mall, plaza, shopping center, shopping centre, shopping mall {zn.}
winkelpassage
center, centre, core, essence, gist, heart, heart and soul, inwardness, kernel, marrow, meat, nitty-gritty, nub, pith, substance, sum {zn.}
kern [m] (de ~)
essentialia
essentie [v] (de ~)
grond
hoofdpunt [o] (het ~)
hoofdzaak [m] (de ~)
hypostase
kernpunt
kwintessens [m] (de ~)
zwaartepunt [o] (het ~)
wezen [o] (het ~)
primaat [o] (het ~)
substantie [v] (de ~)
center, centre, core, essence, gist, heart, heart and soul, inwardness, kernel, marrow, meat, nitty-gritty, nub, pith, substance, sum {zn.}
brandpunt [o] (het ~)
zenuwcentrum [o] (het ~)
center, halfway, middle, midway {bn.}
half
tweede
center, mall, plaza, shopping center, shopping centre, shopping mall {zn.}
passage [v] (de ~)
center, mall, plaza, shopping center, shopping centre, shopping mall {zn.}
winkelgalerij [v] (de ~)
galerij [v] (de ~)
average, mean, middle, centre, midst {zn.}
middelmaat
midden
centre {zn.}
binnenste  [o]
centrum  [o]
middelpunt 


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Where's the shopping center?

Waar is het winkelcentrum?

The shopping center will be demolished.

Het winkelcentrum wordt gesloopt.

Downtown (city center)

In het centrum

Historic center (old city)

De oude binnenstad

The park is located in the center of the city.

Het park bevindt zich in het stadscentrum.

His office is located in the center of the town.

Zijn kantoor bevindt zich in het stadscentrum.

The Alps are in the center of Europe.

De Alpen liggen in het midden van Europa.

The city hall is in the center of the city.

Het stadhuis is in het centrum.

We sat in the center of the room.

We zaten in het midden van de kamer.

The park lies in the center of the city.

Het park bevindt zich in het stadscentrum.

Please let me know if you need help in reserving a room closer to the Convention Center.

Neemt u alstublieft contact met mij op als u de voorkeur geeft aan een kamer dichter bij de conferentiezaal.