Vertaling van challenge

Inhoud:

Engels
Nederlands
to challenge, to defy, to question, to affront {ww.}
uittarten
trotseren
uitdagen
tarten

I challenge
you challenge
we challenge

ik tart uit
jij tart uit
wij tarten uit
» meer vervoegingen van uittarten

to challenge, to question, to contest, to dispute, to protest {ww.}
tegenspreken 
bestrijden 
betwisten 
aanvechten

I challenge
you challenge
we challenge

ik spreek tegen
jij spreekt tegen
wij spreken tegen
» meer vervoegingen van tegenspreken

challenge, incitement, provocation {zn.}
uitdaging [v]
terging [v]
provocatie  [v]
I accept your challenge.
Ik accepteer uw uitdaging.
challenge, affront {zn.}
uitdaging [v]
to defy, to incite, to provoke, to challenge, to exasperate {ww.}
uittarten
uitlokken
uitdagen
tergen
tarten
provoceren

I challenge
you challenge
we challenge

ik tart uit
jij tart uit
wij tarten uit
» meer vervoegingen van uittarten

to challenge, to take exception {ww.}
wraken

I challenge
you challenge
we challenge

ik wraak
jij wraakt
wij wraken
» meer vervoegingen van wraken

to challenge, to dispute, to gainsay {ww.}
contesteren

I challenge
you challenge
we challenge

ik contesteer
jij contesteert
wij contesteren
» meer vervoegingen van contesteren



Gerelateerd aan challenge

defy - question - affront - contest - dispute - protest - incitement - provocation - incite - provoke - exasperate - take exception - gainsayend - argue