Vertaling van char
Inhoud:
Engels
Nederlands
to char, to coal {ww.}
verkolen
they char
zij verkolen
» meer vervoegingen van verkolen
char, charwoman, cleaning lady, cleaning woman, woman {zn.}
werkster
werkvrouw
poetsvrouw
kuisvrouw
interieurverzorgster
interieurverzorger
werkvrouw
poetsvrouw
kuisvrouw
interieurverzorgster
interieurverzorger
to blacken, to char, to scorch, to sear {ww.}
verbranden
I char
you char
we char
ik verbrand
jij verbrandt
wij verbranden
» meer vervoegingen van verbranden
to blacken, to char, to scorch, to sear {ww.}
aanbranden
I char
you char
we char
ik brand aan
jij brandt aan
wij branden aan
» meer vervoegingen van aanbranden
to blacken, to char, to scorch, to sear {ww.}
flamberen
I char
you char
we char
ik flambeer
jij flambeert
wij flamberen
» meer vervoegingen van flamberen
to blacken, to char, to scorch, to sear {ww.}
aanzetten
I char
you char
we char
ik zet aan
jij zet aan
wij zetten aan
» meer vervoegingen van aanzetten