Vertaling van charge
I charge
you charge
we charge
ik bereken
jij berekent
wij berekenen
» meer vervoegingen van berekenen
I charge
you charge
we charge
ik laad
jij laadt
wij laden
» meer vervoegingen van laden
eis
vertering
uitgaaf
I charge
you charge
we charge
ik draag op
jij draagt op
wij dragen op
» meer vervoegingen van opdragen
I charge
you charge
we charge
ik eis
jij eist
wij eisen
» meer vervoegingen van eisen
I charge
you charge
we charge
ik beticht
jij beticht
wij betichten
» meer vervoegingen van betichten
I charge
you charge
we charge
ik bestorm
jij bestormt
wij bestormen
» meer vervoegingen van bestormen
I charge
you charge
we charge
ik klaag aan
jij klaagt aan
wij klagen aan
» meer vervoegingen van aanklagen
I charge
you charge
we charge
ik laad
jij laadt
wij laden
» meer vervoegingen van laden
charge
stormloop
stormloop
bestorming
Voorbeelden in zinsverband
It's free of charge.
't Is gratis.
Please charge this to my account.
Zet dat maar op mijn rekening.
How much is the room charge?
Hoeveel kost de kamer?
He is in charge of entertaining the foreign guests.
Hij verzorgt het vermaken van de buitenlandse gasten.
What is the charge per night?
Hoeveel kost het per nacht?