Vertaling van chef

Inhoud:

Engels
Nederlands
chef {zn.}
chefkok [m]
chef  [m]
Would you tell the head chef that it was very delicious?
Wilt u aan de chefkok zeggen dat het heel lekker was?
chef {zn.}
meesterkok
chef-kok [m] (de ~)


Gerelateerd aan chef

cook