Vertaling van chew
Inhoud:
Engels
Nederlands
to chew {ww.}
kauwen
I chew
you chew
we chew
ik kauw
jij kauwt
wij kauwen
» meer vervoegingen van kauwen
to chew, to jaw, to manducate, to masticate {ww.}
knauwen
I chew
you chew
we chew
ik knauw
jij knauwt
wij knauwen
» meer vervoegingen van knauwen
to chew, to jaw, to manducate, to masticate {ww.}
malen
kauwen
kauwen
I chew
you chew
we chew
ik maal
jij maalt
wij malen
» meer vervoegingen van malen
to chew, to jaw, to manducate, to masticate {ww.}
afsabbelen
lurken
lurken
I chew
you chew
we chew
ik sabbel af
jij sabbelt af
wij sabbelen af
» meer vervoegingen van afsabbelen
chew, chewing, manduction, mastication {zn.}
kauwbeweging
chaw, chew, cud, plug, quid, wad {zn.}
pruim
tabakspruim
tabakspruim