Vertaling van chocolate
Inhoud:
Engels
Nederlands
Linda loves chocolate.
Linda houdt van chocola.
I like chocolate.
Ik hou van chocolade.
chocolate {zn.}
chocolaatje
chocolate {zn.}
poederchocolade
chocolate, cocoa, drinking chocolate, hot chocolate {zn.}
chocolade
chocola
cacao
chocomel
chocolademelk
chocola
cacao
chocomel
chocolademelk
Who wants hot chocolate?
Wie wil er warme chocolade?
Sisters and chocolate make life bearable.
Zussen en chocola maken het leven dragelijk.
chocolate {zn.}
praline
bonbon
bonbon
burnt umber, chocolate, coffee, deep brown, umber {zn.}
chocolade
chocola
chocola(de)
chocola
chocola(de)
Ann has a weakness for chocolate.
Ann heeft een zwak voor chocolade.
burnt umber, chocolate, coffee, deep brown, umber {zn.}
koffie
koffieboon
koffieboon
Do you drink coffee?
Drink je koffie?
Coffee or tea?
Koffie of thee?
burnt umber, chocolate, coffee, deep brown, umber {zn.}
praline
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Linda loves chocolate.
Linda houdt van chocola.
I like chocolate.
Ik hou van chocolade.
Who wants hot chocolate?
Wie wil er warme chocolade?
Do you like white chocolate?
Hebt ge graag witte chokolade?
I like chocolate ice cream.
Ik hou van chocoladeijs!
Sisters and chocolate make life bearable.
Zussen en chocola maken het leven dragelijk.
Ann has a weakness for chocolate.
Ann heeft een zwak voor chocolade.
Tatoeba: Join the dark side. We have chocolate cookies.
Tatoeba: Kom bij de duistere kant. Wij hebben chocoladekoekjes.