Vertaling van christmas

Inhoud:

Engels

Nederlands

Christmas, Yule, Christmas Day, christmas, christmas day, dec 25, xmas {zn.}

kerst [m] (de ~)
kerstfeest [o] (het ~)
Kerstmis [v] (de ~)

Merry Christmas!

Vrolijk kerstfeest!

Happy Christmas!

Vrolijk kerstfeest!

Christmas, Christmas feast {eigenn.}

Kerstfeest [o]

christmas, christmas day, dec 25, xmas {zn.}

kerstdag [m] (de ~)

christmas, christmas day, dec 25, xmas {zn.}

strooiavond
sinterklaasfeest
sinterklaas
pakjesavond [m] (de ~)
Sint-Nicolaas
sinterklaasavond [m] (de ~)

christmas, christmastide, christmastime, noel, yule, yuletide {zn.}

kersttijd

Engels

Nederlands

Merry Christmas!

Vrolijk kerstfeest!

Happy Christmas!

Vrolijk kerstfeest!

Christmas is soon.

Kerstmis komt eraan.

It's already Christmas in Europe.

In Europa is het al Kerst.

My son believes in Father Christmas.

Mijn zoon gelooft in de kerstman.

Christmas is just around the corner.

Het is bijna kerst.

I was nearly ten when my parents gave me a chemistry set for Christmas.

Ik was bijna tien toen mijn ouders mij een wetenschapsset cadeau deden voor Kerstmis.

If ifs and buts were candy and nuts, we'd all have a merry Christmas.

Als as meel en turf spek was, aten we alle dagen spekpannenkoeken.