Vertaling van clasp
Inhoud:
Engels
Nederlands
to clasp, to fasten, to hook {ww.}
vasthaken
to clasp, to clench, to compress, to constrict, to sandwich, to squeeze {ww.}
samenknijpen
ineendrukken
samendrukken
ineendringen
ineendrukken
samendrukken
ineendringen
I clasp
you clasp
we clasp
ik knijp samen
jij knijpt samen
wij knijpen samen
» meer vervoegingen van samenknijpen
to clasp {ww.}
omstrengelen
omsluiten
omspannen
omvatten
omklemmen
omsluiten
omspannen
omvatten
omklemmen
I clasp
you clasp
we clasp
ik omstrengel
jij omstrengelt
wij omstrengelen
» meer vervoegingen van omstrengelen
clasp {zn.}
knipbeugel
clip, clasp {zn.}
clip
clasp {zn.}
gesp
clasp, clench, clutch, clutches, grasp, grip, hold {zn.}
klem
to buckle, to clasp {ww.}
vastgespen
gespen
gespen
I clasp
you clasp
we clasp
ik gesp vast
jij gespt vast
wij gespen vast
» meer vervoegingen van vastgespen
to buckle, to clasp {ww.}
klemmen
vastklemmen
vastklemmen
I clasp
you clasp
we clasp
ik klem
jij klemt
wij klemmen
» meer vervoegingen van klemmen