Vertaling van clinch

Inhoud:

Engels
Nederlands
to clinch, to staple {ww.}
krammen
nieten
klinken

I clinch
you clinch
we clinch

ik kram
jij kramt
wij krammen
» meer vervoegingen van krammen

to affix, to fasten, to fix, to secure, to clinch, to consolidate, to firm {ww.}
verstevigen
vastmaken 
vastzetten
bevestigen 

I clinch
you clinch
we clinch

ik verstevig
jij verstevigt
wij verstevigen
» meer vervoegingen van verstevigen

to clinch {ww.}
klinken

I clinch
you clinch
we clinch

ik klink
jij klinkt
wij klinken
» meer vervoegingen van klinken

to clinch {ww.}
samenklinken

I clinch
you clinch
we clinch

ik klink samen
jij klinkt samen
wij klinken samen
» meer vervoegingen van samenklinken

to clinch {ww.}
vastklinken

I clinch
you clinch
we clinch

ik klink vast
jij klinkt vast
wij klinken vast
» meer vervoegingen van vastklinken

clinch, hug, squeeze {zn.}
knuffel [m] (de ~)
Mary gave Tom a hug.
Mary gaf Tom een knuffel.
clinch, hug, squeeze {zn.}
pakkerd [m] (de ~)
clamp, clinch {zn.}
lijmpers
clamp, clinch {zn.}
lijmklem
lijmknecht
lijmschroef
lijmtang
sergeant
clamp, clinch {zn.}
lijmpers


Gerelateerd aan clinch

staple - affix - fasten - fix - secure - consolidate - firm - hug - squeeze - clampconnect - clinch - mechanical press - fastener