Vertaling van close
I close
you close
we close
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
I close
you close
we close
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
innig
intiem
knus
vertrouwelijk
I close
you close
we close
ik sluit af
jij sluit af
wij sluiten af
» meer vervoegingen van afsluiten
they close
zij vallen dicht
» meer vervoegingen van dichtvallen
platliggen
I close
you close
we close
ik lig stil
jij ligt stil
wij liggen stil
» meer vervoegingen van stilliggen
I close
you close
we close
ik luik
jij luikt
wij luiken
» meer vervoegingen van luiken
I close
you close
we close
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
dichten
toedoen
dichtdoen
dichtmaken
I close
you close
we close
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
they close
zij gaan dicht
» meer vervoegingen van dichtgaan
lamleggen
platgooien
stilleggen
I close
you close
we close
ik leg plat
jij legt plat
wij leggen plat
» meer vervoegingen van platleggen
gespannen
strak
gestrekt
Voorbeelden in zinsverband
Close your eyes.
Sluit de ogen.
Close the door please.
Sluit de deur alsjeblieft.
Close all the windows.
Sluit alle ramen.
Close your book.
Doe je boek dicht.
Don't close the door.
Doe de deur niet dicht.
Close the door, please.
Sluit de deur alsjeblieft.
She is close to sixty.
Ze is bijna zestig.
Those two are pretty close.
Het is dik aan tussen hen.
Close the door after you.
Sluit de deur achter je.
That was a close call.
Dat scheelde maar een haartje!
We heard the door close.
We hoorden de deur dichtgaan.
Close the door behind you.
Sluit de deur achter je.
I asked Tom to close the door.
Ik vroeg Tom om de deur dicht te doen.
My house is close to the supermarket.
Mijn huis staat dicht bij de supermarkt.
The vacation is close to an end.
De vakantie is bijna om.