Vertaling van cloth

Inhoud:

Engels
Nederlands
cloth, wooden cloth, textile {zn.}
laken 
cloth, material {zn.}
stof 
weefsel
The girl made a doll out of a piece of cloth.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
cloth {zn.}
doek [m]
linen, cloth, sheeting {zn.}
lijnwaad
linnen 
doek [o]
cloth, fabric, material, textile {zn.}
stof [m] (de ~)
textiel [m] (de/het ~)
doek
weefsel [o] (het ~)
This fabric wears well.
Deze stof houdt zich goed.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

That table cloth urgently needs washing.

Dat tafellaken is hoognodig aan een wasbeurt toe.

The girl made a doll out of a piece of cloth.

Het meisje maakte een pop van een stukje stof.


Gerelateerd aan cloth

wooden cloth - textile - material - linen - sheeting - fabricraw material - curtain - fiber - agglomerate