Vertaling van cloud
I cloud
you cloud
we cloud
ik marmer
jij marmert
wij marmeren
» meer vervoegingen van marmeren
benevelen
I cloud
you cloud
we cloud
ik verdoezel
jij verdoezelt
wij verdoezelen
» meer vervoegingen van verdoezelen
they cloud
zij bewolken
» meer vervoegingen van bewolken
misten
I cloud
you cloud
we cloud
ik nevel
jij nevelt
wij nevelen
» meer vervoegingen van nevelen
I cloud
you cloud
we cloud
ik nevel
jij nevelt
wij nevelen
» meer vervoegingen van nevelen
Voorbeelden in zinsverband
There isn't a cloud in the sky.
Er is geen enkele wolk aan de hemel.
A cloud floated across the sky.
Een wolk dreef door de lucht.
There's more cloud today than yesterday.
Er zijn vandaag meer wolken dan gisteren.
There's not a cloud in the sky.
Er is geen enkele wolk aan de hemel.
A cloud is a mass of vapor.
Een wolk is een massa damp.
That cloud is in the shape of a fish.
Die wolk heeft de vorm van een vis.
The sky today is blue, without a cloud.
Vandaag is de lucht blauw en onbewolkt.
There is a smoke cloud over the province.
Er hangt een rookwolk over de provincie.
Viewed from a distance, the island looked like a cloud.
Vanuit de verte gezien zag het eiland eruit als een wolk.