Vertaling van cluster
Inhoud:
Engels
Nederlands
cluster, bunch {zn.}
rist
tros
ris
tros
ris
bevy, collection, group, heap, herd, set, pack, cluster, suite, team, shoal, flight, drove, flock {zn.}
There's a black sheep in every flock.
Er is een zwart schaap in elke kudde.
These clouds look like a flock of white sheep.
Deze wolken zien eruit als een kudde witte schapen.
He came bearing a large bunch of flowers.
Hij kwam met een grote bos bloemen.
to bunch, to bunch up, to bundle, to clump, to cluster {ww.}
samenballen
I cluster
you cluster
we cluster
ik bal samen
jij balt samen
wij ballen samen
» meer vervoegingen van samenballen
bunch, clump, cluster, clustering {zn.}
cluster
bunch, clump, cluster, clustering {zn.}
tros
bunch, clump, cluster, clustering {zn.}
troep