Vertaling van collapse

Inhoud:

Engels
Nederlands
to collapse, to disintegrate {ww.}
uitvallen
instorten
uiteenvallen
ineenstorten

I collapse
you collapse
we collapse

ik val uit
jij valt uit
wij vallen uit
» meer vervoegingen van uitvallen

to collapse, to deflate, to flatten, to reduce, to subside {ww.}
krimpen 
slinken
inkorten

I collapse
you collapse
we collapse

ik krimp
jij krimpt
wij krimpen
» meer vervoegingen van krimpen

to collapse, to founder, to fail {ww.}
mislukken
instorten

I collapse
you collapse
we collapse

ik misluk
jij mislukt
wij mislukken
» meer vervoegingen van mislukken

You will fail.
Ge zult mislukken.
collapse, disintegration {zn.}
instorting [v]
ineenstorting [v]
to collapse {ww.}
inklappen

I collapse
you collapse
we collapse

ik klap in
jij klapt in
wij klappen in
» meer vervoegingen van inklappen

breakdown, collapse {zn.}
inzinking [v]
instorting [v]
to break, to cave in, to collapse, to fall in, to founder, to give, to give way {ww.}
verteren
vergaan

I collapse
you collapse
we collapse

ik verteer
jij verteert
wij verteren
» meer vervoegingen van verteren

to break up, to collapse, to crack, to crack up, to crock up {ww.}
doldraaien
doordraaien

I collapse
you collapse
we collapse

ik draai dol
jij draait dol
wij draaien dol
» meer vervoegingen van doldraaien

to break down, to collapse, to crumble, to crumple, to tumble {ww.}
inklappen

I collapse
you collapse
we collapse

ik klap in
jij klapt in
wij klappen in
» meer vervoegingen van inklappen

to break down, to collapse, to crumble, to crumple, to tumble {ww.}
instorten
ineenstorten
ineenzakken

I collapse
you collapse
we collapse

ik stort in
jij stort in
wij storten in
» meer vervoegingen van instorten

to break down, to collapse {ww.}
inzakken

I collapse
you collapse
we collapse

ik zak in
jij zakt in
wij zakken in
» meer vervoegingen van inzakken

to break, to cave in, to collapse, to fall in, to founder, to give, to give way {ww.}
afkalven

they collapse

zij kalven af
» meer vervoegingen van afkalven

to break down, to collapse {ww.}
inkelderen

I collapse
you collapse
we collapse

ik kelder in
jij keldert in
wij kelderen in
» meer vervoegingen van inkelderen

to break up, to collapse, to crack, to crack up, to crock up {ww.}
inzakken
instorten
inklappen

I collapse
you collapse
we collapse

ik zak in
jij zakt in
wij zakken in
» meer vervoegingen van inzakken

to break down, to collapse, to crumble, to crumple, to tumble {ww.}
inzakken

I collapse
you collapse
we collapse

ik zak in
jij zakt in
wij zakken in
» meer vervoegingen van inzakken

to break, to cave in, to collapse, to fall in, to founder, to give, to give way {ww.}
meegeven

I collapse
you collapse
we collapse

ik geef mee
jij geeft mee
wij geven mee
» meer vervoegingen van meegeven