Vertaling van collar
Inhoud:
Engels
Nederlands
collar, neckband {zn.}
halsband
collar, neckband {zn.}
boord
halsboord
halsboord
collar, neckband {zn.}
kraag
halskraag
halskraag
collar {zn.}
gareel
haam
haam
to apprehend, to arrest, to collar, to cop, to nab, to nail, to pick up {ww.}
arresteren
oppakken
aanhouden
pakken
opbrengen
inrekenen
oppakken
aanhouden
pakken
opbrengen
inrekenen
I collar
you collar
we collar
ik arresteer
jij arresteert
wij arresteren
» meer vervoegingen van arresteren
to apprehend, to arrest, to collar, to cop, to nab, to nail, to pick up {ww.}
opleiden
I collar
you collar
we collar
ik leid op
jij leidt op
wij leiden op
» meer vervoegingen van opleiden
choker, collar, dog collar, neckband {zn.}
halsketting
apprehension, arrest, catch, collar, pinch, taking into custody {zn.}
arrestatie
aanhouding
aanhouding
choker, collar, dog collar, neckband {zn.}
ambtsketen
choker, collar, dog collar, neckband {zn.}
priesterboord
collaar
collaar