Vertaling van color
they color
zij verkleuren
» meer vervoegingen van verkleuren
I color
you color
we color
ik kleur in
jij kleurt in
wij kleuren in
» meer vervoegingen van inkleuren
tinten
I color
you color
we color
ik kleur
jij kleurt
wij kleuren
» meer vervoegingen van kleuren
I color
you color
we color
ik kleur
jij kleurt
wij kleuren
» meer vervoegingen van kleuren
kleurtje
kleurstof
Voorbeelden in zinsverband
Tom changed color.
Tom verkleurde.
My favorite color is red.
Mijn favoriete kleur is rood.
Green is my favorite color.
Groen is mijn lievelingskleur.
Do you like this color?
Vind je dit een mooie kleur?
Her face was the color of chalk.
Ze zag zo bleek als een doek.
They look alike except for the color of their hair.
Ze zien er hetzelfde uit, afgezien van de haarkleur.
Do you know what Tom's favorite color is?
Weet jij wat Toms lievelingskleur is?
All the color drained away from his face.
Alle kleur trok weg uit zijn gezicht.
What brand and what color is the director's car?
Welk merk en kleur heeft de auto van de directeur?
What color is the far right ring on the Olympic flag?
Welke kleur heeft de uiterst rechtse ring op de Olympische vlag?
She was born just a generation past slavery; a time when there were no cars on the road or planes in the sky; when someone like her couldn't vote for two reasons — because she was a woman and because of the color of her skin.
Ze werd slechts een generatie voorbij slavernij geboren; in een tijd toen er geen auto's op de weg reden en geen vliegtuigen in de lucht vlogen; toen iemand als zij om twee redenen niet mocht stemmen - omdat ze een vrouw was en door de kleur van haar huid.