Vertaling van coming
Inhoud:
Engels
Nederlands
access, approach, coming {zn.}
heenweg
advent, coming {zn.}
komst
to advance, to approach, to come on, to come, to accost {ww.}
We're going to the movies. Come with us.
We gaan naar de film. Kom gezellig mee.
to have an orgasm, to come {ww.}
klaarkomen
een orgasme krijgen
een orgasme krijgen
I am coming
to arrive, to come, to get {ww.}
komen
binnenkomen
aankomen
arriveren
binnenkomen
aankomen
arriveren
The letter will arrive tomorrow.
De brief zal morgen aankomen.
Might I come in?
Mag ik binnenkomen?
to come, to derive, to descend {ww.}
spruiten
afstammen
afstammen
to come {ww.}
komen
klaarkomen
klaarkomen
Dreams sometimes come true.
Soms komen dromen uit.
Dreams come true.
Dromen komen uit.
to come, to do, to fare, to get along, to make out {ww.}
redden
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
I'm coming.
Ik kom.
Yes, I'm coming immediately.
Ja, ik kom dadelijk.
Spring is coming.
De lente komt.
He's definitely not coming.
Hij komt zeker niet.
He isn't coming, either.
Hij komt ook niet.
I'm not coming along.
Ik kom niet mee.
Guess who's coming tonight.
Raat eens wie komt vanavond.
Yes, I'm coming!
Ja, ik kom.
I'm coming right away.
Ik kom er onmiddellijk aan.
Are you coming or not?
Kom je of niet?
They are not coming today.
Ze komen niet vandaag.
Where are you coming from?
Waar kom je vandaan?
I'm coming from the garden.
Ik kom uit de tuin.
Are they coming here tomorrow?
Komen ze morgen hiernaartoe?
Are they coming as well?
Komen zij ook?