Vertaling van confer
Inhoud:
Engels
Nederlands
to give, to accord, to administer, to grant, to impart, to provide, to confer, to allow, to yield, to spare, to afford {ww.}
I confer
you confer
we confer
ik geef
jij geeft
wij geven
» meer vervoegingen van geven
"We don't give discounts," the woman said sternly. "Regardless how small. Now, please take off the suit if you can't afford it."
"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"
Cows give milk.
Koeien geven melk.
to bestow, to confer {ww.}
toedelen
toestaan
verlenen
toestaan
verlenen
I confer
you confer
we confer
ik deel toe
jij deelt toe
wij delen toe
» meer vervoegingen van toedelen