Vertaling van convening
Inhoud:
Engels
Nederlands
convening, convention {zn.}
landdag
to convoke, to call, to convene, to summon {ww.}
uitschrijven
convoceren
konvoceren
bijeenroepen
convoceren
konvoceren
bijeenroepen
to take along, to convene {ww.}
medebrengen
medenemen
vergaderen
meenemen
meebrengen
afhalen
medenemen
vergaderen
meenemen
meebrengen
afhalen
Let's meet the day after tomorrow.
Laten we overmorgen samenkomen.
to convene, to convoke {ww.}
uitschrijven
beleggen
beleggen