Vertaling van coping
Inhoud:
Engels
Nederlands
coping, ridge, top {zn.}
nok
vorst
vorst
entablature, coping {zn.}
entablement
to abide, to endure, to bear, to cope, to stand, to withstand {ww.}
I cannot stand this anymore.
Ik kan het niet meer uithouden.
I cannot bear the pain any more.
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
cope, coping, header {zn.}
koormantel
pluviale
koorkap
pluviale
koorkap
cope, coping, header {zn.}
deklaag
to contend, to cope, to deal, to get by, to grapple, to make do, to make out, to manage {ww.}
toekomen
toekunnen
uitkomen
rondkomen
toekunnen
uitkomen
rondkomen