Vertaling van corner

Inhoud:

Engels
Nederlands
to corner, to corner the market, to monopolize {ww.}
zich toe-eigenen
zich meester maken van
beslag leggen op
opkopen
accapareren
klempraten

I corner
you corner
we corner

ik koop op
jij koopt op
wij kopen op
» meer vervoegingen van opkopen

corner, street-corner {zn.}
straathoek
to corner, to tree {ww.}
vastpraten

I corner
you corner
we corner

ik praat vast
jij praat vast
wij praten vast
» meer vervoegingen van vastpraten

to block, to bar, to corner, to freeze {ww.}
vastzetten
blokkeren

I corner
you corner
we corner

ik zet vast
jij zet vast
wij zetten vast
» meer vervoegingen van vastzetten

corner, street corner, turning point {zn.}
fotohoekje
corner, nook {zn.}
hoek [m] (de ~)
hoekje
It's just around the corner.
Het is net om de hoek.
Turn right at the next corner.
Draai naar rechts aan de volgende hoek.
corner, street corner, turning point {zn.}
hoekbeschermer
corner {zn.}
hoekbal
corner, street corner, turning point {zn.}
keerpunt
corner, niche, recess, recession {zn.}
uitsparing [v] (de ~)
angle, corner {zn.}
hoek [m]


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

It's just around the corner.

Het is net om de hoek.

Turn right at the next corner.

Draai naar rechts aan de volgende hoek.

Spring is just around the corner.

Het is bijna lente.

A dreadful accident happened on the corner.

Er is een verschrikkelijk ongeval gebeurd op de hoek.

The bakery is around the corner.

De bakkerij is om de hoek.

Christmas is just around the corner.

Het is bijna kerst.

She turned to the left at the corner.

Aan de hoek draaide ze naar links.

Turning the corner, you will find my house.

Ga om de hoek en je zult mijn huis vinden.

There's only one corner of the universe you can be certain of improving, and that's your own self.

Er is slechts één plaatsje in het heelal dat je zeker kan verbeteren en dat is jezelf.