Vertaling van cost
they cost
he/she/it cost
they cost
zij kosten
hij/zij/het kostte
zij kostten
» meer vervoegingen van kosten
marktgeld
bruggegeld
aankoopsom
tolgeld
tolheffing
tolrecht
worden
maken
komen
kosten
belopen
bedragen
I cost
you cost
we cost
ik ben
jij bent
wij zijn
» meer vervoegingen van zijn
Voorbeelden in zinsverband
This will cost €30.
Dat zal € 30,- kosten.
The cigars cost two Marks.
De sigaren kosten twee mark.
It'll cost over a thousand yen.
Het zal meer dan duizend yen kosten.
It cost less than fifteen dollars.
Dit kostte minder dan vijftien dollar.
It will cost thirty thousand yen at the lowest estimate.
Volgens de laagste schatting zal dat dertigduizend jen kosten.
He wanted to succeed, even at the cost of his health.
Hij wou slagen, zelfs ten koste van zijn gezondheid.
He rescued the little girl at the cost of his life.
Hij redde het kleine meisje ten koste van zijn leven.