Vertaling van couch
Inhoud:
Engels
Nederlands
couch, divan, deck chair {zn.}
ligstoel
couch, canapé {zn.}
canapé
couch {zn.}
ligbank
couch, lounge, sofa {zn.}
sofa
canapé
canapé
It's on the sofa.
Het ligt op de sofa.
Tom is lying on the sofa watching TV.
Tom ligt op de sofa TV te kijken.
couch {zn.}
moutvloer
couch {zn.}
divan
rustbed
rustbed
divan, couch {zn.}
divan
to cast, to couch, to frame, to put, to redact {ww.}
encadreren
lijsten
inlijsten
lijsten
inlijsten
I couch
you couch
we couch
ik encadreer
jij encadreert
wij encadreren
» meer vervoegingen van encadreren
to cast, to couch, to frame, to put, to redact {ww.}
koetsen
I couch
you couch
we couch
ik koets
jij koetst
wij koetsen
» meer vervoegingen van koetsen
to cast, to couch, to frame, to put, to redact {ww.}
brengen
inkleden
inkleden
I couch
you couch
we couch
ik breng
jij brengt
wij brengen
» meer vervoegingen van brengen
That'll put you in danger.
Dat zal je in gevaar brengen.
It is sometimes very hard to put your idea across.
Het is soms heel moeilijk om je idee over te brengen.
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Why did you paint the couch red?
Waarom heb je de bank rood geschilderd?
There is a TV remote control under the couch.
Er ligt een afstandsbediening voor de tv onder de bank.