Vertaling van counting
Inhoud:
Engels
Nederlands
He can't count.
Hij kan niet tellen.
My son can already count up to one hundred.
Mijn zoon kan al tot honderd tellen.
to calculate, to count, to figure, to work out, to account, to number, to reckon, to tally, to add up {ww.}
He isn't smart enough to add up numbers in his head.
Hij is niet verstandig genoeg om getallen in het hoofd op te tellen.
You could count to ten when you were two.
Wanneer je twee jaar oud was kon je al tot tien tellen.
to count, to impute, to include, to reckon {ww.}
rekenen tot
aanrekenen
aanrekenen
to be valid, to count, to apply {ww.}
gelden
geldig zijn
opgaan
valideren
vigeren
geldig zijn
opgaan
valideren
vigeren
I am counting
count, counting, enumeration, numeration, reckoning, tally {zn.}
opsomming
count, counting, enumeration, numeration, reckoning, tally {zn.}
tel
telling
telling
Wait till I count ten.
Wacht tot ik tot tien tel.
I will count to three, and then I will fire!
Ik tel tot drie, en dan vuur ik!
count, counting, enumeration, numeration, reckoning, tally {zn.}
enumeratie
count, counting, enumeration, numeration, reckoning, tally {zn.}
rekenmethode
count, counting, enumeration, numeration, reckoning, tally {zn.}
telwerk