Vertaling van couple

Inhoud:

Engels
Nederlands
to couple, to engage {ww.}
schakelen
koppelen

I couple
you couple
we couple

ik schakel
jij schakelt
wij schakelen
» meer vervoegingen van schakelen

to couple, to match, to pair, to unite, to mate {ww.}
paren

I couple
you couple
we couple

ik paar
jij paart
wij paren
» meer vervoegingen van paren

to couple, to connect {ww.}
koppelen

I couple
you couple
we couple

ik koppel
jij koppelt
wij koppelen
» meer vervoegingen van koppelen

couple, married people {eigenn.}
echtelieden
echtpaar [o]
to hook, to couple, to hang, to secure {ww.}
haken

I couple
you couple
we couple

ik haak
jij haakt
wij haken
» meer vervoegingen van haken

to couple, to match, to mate, to pair, to twin {ww.}
koppeling [v] (de ~)
to couple, to match, to mate, to pair, to twin {ww.}
koppelen

I couple
you couple
we couple

ik koppel
jij koppelt
wij koppelen
» meer vervoegingen van koppelen

pair, couple {zn.}
paar 
koppel
tweetal
stel
span
stelletje [o]
duo  [o]
I bought a pair of boots.
Ik kocht een paar laarzen.
The couple decided to adopt an orphan.
Het paar besloot een wees te adopteren.
to copulate, to couple, to mate, to pair {ww.}
springen

I couple
you couple
we couple

ik spring
jij springt
wij springen
» meer vervoegingen van springen

to copulate, to couple, to mate, to pair {ww.}
paren
copuleren

I couple
you couple
we couple

ik paar
jij paart
wij paren
» meer vervoegingen van paren



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

The couple decided to adopt an orphan.

Het paar besloot een wees te adopteren.

May I ask a couple of questions?

Mag ik een paar vragen stellen?

The old couple gave up their son for lost.

Het oude paar gaf hun zoon op als vermist.

The bells chimed as the couple left the church.

De klokken luidden, terwijl het paar de kerk verliet.

Mike has a couple of friends in Florida.

Mike heeft een aantal vrienden in Florida.

He stayed at a hotel for a couple of days.

Hij heeft enkele dagen in een hotel gelogeerd.

I've been feeling poorly for the last couple of days.

Ik voel me de laatste dagen niet zo goed.

Nothing seems so tender to me as an old couple walking down the street holding hands.

Niets lijkt me tederder dan een oud koppel dat hand in hand door de straat wandelt.

Tomorrow, the car needs to go to the garage for a big service. It'll probably set me back a couple of hundreds of euros.

De auto moet morgen naar de garage voor een grote beurt. Daar zal ik wel weer een paar honderd euro armer van worden.


Gerelateerd aan couple

synoniemen

engage - match - pair - unite - mate - connect - married people - hook - hang - secure - twin - copulate

verwante termen

connection - bring together - copulate - work