Vertaling van coupled
koppelen
I coupled
you coupled
he/she/it coupled
ik schakelde
jij schakelde
hij/zij/het schakelde
» meer vervoegingen van schakelen
I coupled
you coupled
he/she/it coupled
ik haakte
jij haakte
hij/zij/het haakte
» meer vervoegingen van haken
I coupled
you coupled
he/she/it coupled
ik paarde
jij paarde
hij/zij/het paarde
» meer vervoegingen van paren
I coupled
you coupled
he/she/it coupled
ik koppelde
jij koppelde
hij/zij/het koppelde
» meer vervoegingen van koppelen
I coupled
you coupled
he/she/it coupled
ik sprong
jij sprong
hij/zij/het sprong
» meer vervoegingen van springen
I coupled
you coupled
he/she/it coupled
ik koppelde
jij koppelde
hij/zij/het koppelde
» meer vervoegingen van koppelen
paren
I coupled
you coupled
he/she/it coupled
ik copuleerde
jij copuleerde
hij/zij/het copuleerde
» meer vervoegingen van copuleren