Vertaling van course
they course
zij stromen
» meer vervoegingen van stromen
they course
zij vervloeien
» meer vervoegingen van vervloeien
Voorbeelden in zinsverband
Of course, you may.
Natuurlijk mag dat.
Of course, he is right.
Natuurlijk, hij heeft gelijk.
Of course I will go.
Natuurlijk ga ik.
Is there a golf course near here?
Is er een golfbaan in de buurt?
In the course of the twentieth century all this changed.
In de loop van de twintigste eeuw is dit alles veranderd.
"I'm in an Armani store buying a suit, of course," Dima replied.
"Ik ben in een Armaniwinkel een pak aan het kopen, natuurlijk," antwoordde Dima.
This year we offer the same language course as last year.
Dit jaar bieden we dezelfde taalcursus aan als vorig jaar.
Of course I remember you, we used to be best friends when we went at elementary school!
Natuurlijk ken ik je nog, we waren beste vrienden op de basisschool!
Of course he thought it was a joke and let it slide with a "hm?" but he was seriously annoyed. (I mean, just don't say things like that even as a joke!)
Natuurlijk dacht hij dat het een grap was en wimpelde hij het voorbij met een "hm?" maar hij zat er erg mee verveeld. (Ik bedoel, zulke dingen zeg je niet ook al is het bedoeld als grap!)