Vertaling van cow
I cow
you cow
we cow
ik imponeer
jij imponeert
wij imponeren
» meer vervoegingen van imponeren
koetjeboe
koetje-boe
koebeest
karrepaard
nijlpaard
schommel
Voorbeelden in zinsverband
The cow supplies us with milk.
De koe voorziet ons van melk.
I've never seen a real cow.
Ik heb nog nooit een echte koe gezien.
Jack exchanged the cow for the seeds.
Jack ruilde de koe voor de zaden.
Is that a cow or a buffalo?
Is dit een koe of een buffel?
The cow moos, the rooster crows, the pig oinks, the duck quacks, and the cat meows.
De koe loeit, de haan kraait, het varken knort, de eend kwaakt en de kat miauwt.
The cow goes "moo," the rooster goes "cock-a-doodle-doo," the pig goes "oink, oink," the duck goes "quack, quack" and the cat goes "meow."
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".
In this time of the year the roadsides are in full bloom. You can find there, for example, a lot of cow parsley, rapeseed, and dandelions.
In deze tijd van het jaar staan de bermen in volle bloei. Je vindt er bijvoorbeeld veel fluitenkruid, koolzaad en paardenbloemen.