Vertaling van crisp
Inhoud:
Engels
Nederlands
to crisp, to crispen, to toast {ww.}
roosteren
I crisp
you crisp
we crisp
ik rooster
jij roostert
wij roosteren
» meer vervoegingen van roosteren
crisp, frizzly, frizzy, kinky, nappy {bn.}
gekroesd
brittle, crisp, crunchy {bn.}
croquant
knapperig
knapperig
crisp, curt, laconic, terse {bn.}
laconiek
to crease, to crinkle, to crisp, to ruckle, to scrunch, to scrunch up, to wrinkle {ww.}
verkreukelen
kreukelen
kreuken
verkreuken
kreukelen
kreuken
verkreuken
I crisp
you crisp
we crisp
ik kreukel
jij kreukelt
wij kreukelen
» meer vervoegingen van kreukelen
to crease, to crinkle, to crisp, to ruckle, to scrunch, to scrunch up, to wrinkle {ww.}
rimpelen
fronsen
plooien
fronsen
plooien
I crisp
you crisp
we crisp
ik rimpel
jij rimpelt
wij rimpelen
» meer vervoegingen van rimpelen
to crease, to crinkle, to crisp, to ruckle, to scrunch, to scrunch up, to wrinkle {ww.}
rimpelen
I crisp
you crisp
we crisp
ik rimpel
jij rimpelt
wij rimpelen
» meer vervoegingen van rimpelen
to crease, to crinkle, to crisp, to ruckle, to scrunch, to scrunch up, to wrinkle {ww.}
plooien
rimpelen
rimpelen
I crisp
you crisp
we crisp
ik plooi
jij plooit
wij plooien
» meer vervoegingen van plooien
chip, crisp, potato chip, saratoga chip {zn.}
patatje
frietje
frietje