Vertaling van crumble

Inhoud:

Engels
Nederlands
to crumble, to crumble away, to crumble off {ww.}
gruizelen
afbrokkelen 

I crumble
you crumble
we crumble

ik gruizel
jij gruizelt
wij gruizelen
» meer vervoegingen van gruizelen

to crumble {ww.}
brokkelen

I crumble
you crumble
we crumble

ik brokkel
jij brokkelt
wij brokkelen
» meer vervoegingen van brokkelen

to crumble, to fall apart {ww.}
kruimelen
verkruimelen

I crumble
you crumble
we crumble

ik kruimel
jij kruimelt
wij kruimelen
» meer vervoegingen van kruimelen

to crumble, to decay, to dilapidate {ww.}
verarmen
verpauperen
verloederen

I crumble
you crumble
we crumble

ik verarm
jij verarmt
wij verarmen
» meer vervoegingen van verarmen

to crease, to crumble {ww.}
verkreukelen
verfrommelen
kreukelen
verfomfaaien
frommelen

I crumble
you crumble
we crumble

ik verfrommel
jij verfrommelt
wij verfrommelen
» meer vervoegingen van verfrommelen

to crumble, to fall apart {ww.}
verbrokkelen
brokkelen

I crumble
you crumble
we crumble

ik brokkel
jij brokkelt
wij brokkelen
» meer vervoegingen van brokkelen

to crumble, to fall apart {ww.}
afbrokkelen

they crumble

zij brokkelen af
» meer vervoegingen van afbrokkelen

to crumble, to fall apart {ww.}
kruimelen
kruimen
verkruimelen

I crumble
you crumble
we crumble

ik kruimel
jij kruimelt
wij kruimelen
» meer vervoegingen van kruimelen

to crumble, to decay, to dilapidate {ww.}
vervallen

I crumble
you crumble
we crumble

ik verval
jij vervalt
wij vervallen
» meer vervoegingen van vervallen

to crumble, to decay, to dilapidate {ww.}
verkrotten

they crumble

zij verkrotten
» meer vervoegingen van verkrotten

to crumble, to fall apart {ww.}
brokkelen
verbrokkelen

I crumble
you crumble
we crumble

ik brokkel
jij brokkelt
wij brokkelen
» meer vervoegingen van brokkelen

to crumble, to fall apart {ww.}
afbrokkelen

they crumble

zij brokkelen af
» meer vervoegingen van afbrokkelen

to crumble, to fall apart {ww.}
kruimelen

I crumble
you crumble
we crumble

ik kruimel
jij kruimelt
wij kruimelen
» meer vervoegingen van kruimelen

to break down, to collapse, to crumble, to crumple, to tumble {ww.}
inklappen

I crumble
you crumble
we crumble

ik klap in
jij klapt in
wij klappen in
» meer vervoegingen van inklappen

to break down, to collapse, to crumble, to crumple, to tumble {ww.}
ineenstorten
ineenzakken
instorten

I crumble
you crumble
we crumble

ik zak ineen
jij zakt ineen
wij zakken ineen
» meer vervoegingen van ineenzakken

to break down, to collapse, to crumble, to crumple, to tumble {ww.}
inzakken

I crumble
you crumble
we crumble

ik zak in
jij zakt in
wij zakken in
» meer vervoegingen van inzakken