Vertaling van curse
verwensen
vermaledijen
I curse
you curse
we curse
ik vervloek
jij vervloekt
wij vervloeken
» meer vervoegingen van vervloeken
I curse
you curse
we curse
ik vloek
jij vloekt
wij vloeken
» meer vervoegingen van vloeken
godslasteren
ketteren
vloeken
godlasteren
I curse
you curse
we curse
ik blasfemeer
jij blasfemeert
wij blasfemeren
» meer vervoegingen van blasfemeren
I curse
you curse
we curse
ik beledig
jij beledigt
wij beledigen
» meer vervoegingen van beledigen
excommuniëren
I curse
you curse
we curse
ik excommuniceer
jij excommuniceert
wij excommuniceren
» meer vervoegingen van excommuniceren
verdoemen
vermaledijen
vervloeken
I curse
you curse
we curse
ik verwens
jij verwenst
wij verwensen
» meer vervoegingen van verwensen
I curse
you curse
we curse
ik vloek uit
jij vloekt uit
wij vloeken uit
» meer vervoegingen van uitvloeken
I curse
you curse
we curse
ik blasfemeer
jij blasfemeert
wij blasfemeren
» meer vervoegingen van blasfemeren
Voorbeelden in zinsverband
It's a curse.
Het is een vloek.
It is a curse.
Het is een vloek.