Vertaling van cycle
wielrijden
I cycle
you cycle
we cycle
ik fiets
jij fietst
wij fietsen
» meer vervoegingen van fietsen
I cycle
you cycle
we cycle
ik brom
jij bromt
wij brommen
» meer vervoegingen van brommen
wielrennen
rondgang
circulatie
roulatie
kringloopproces
cyclus
kringloop
trappen
peddelen
pedaleren
paddelen
I cycle
you cycle
we cycle
ik fiets
jij fietst
wij fietsen
» meer vervoegingen van fietsen
Voorbeelden in zinsverband
I cycle to work.
Ik ga met de fiets naar het werk.
My menstrual cycle is irregular.
Mijn menstruatiecyclus is onregelmatig.
Is this supposed to be a currant bun? You almost need to cycle from one currant to another, so few are there.
Moet dit een krentenbol zijn? Je moet haast fietsen van de ene krent naar de andere, zo weinig zitten er in.
They finally started to asphalt that road again. It was about time! You could only cycle zigzagging there if you didn't want your wheel to get buckled because of the holes in the road surface.
Ze zijn eindelijk begonnen die weg opnieuw te asfalteren. Het werd ook tijd, zeg! Je kon er alleen nog zigzaggend fietsen als je geen slag in je wiel wilde krijgen van de gaten in het wegdek.