Vertaling van dad
Inhoud:
Engels
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Dad bought me a camera.
Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.
My Dad doesn't like soccer.
Mijn vader houdt niet van voetbal.
Where are you going, Dad?
Papa, waar ga je heen?
Dad painted the walls white.
Papa schilderde de muren wit.
What are you doing, Dad?
Wat doe je, papa?
My dad used to drive a Beetle.
Vroeger reed mijn vader een Kever.
That's the building where Dad works.
Dat is het gebouw waar papa werkt.
He is three years younger than dad.
Hij is drie jaar jonger dan papa.
Dad is shaving in the bathroom.
Vader is zich aan het scheren in de badkamer.
My dad is not at home for the moment.
Mijn vader is niet thuis op het moment.