Vertaling van deckhand

Inhoud:

Engels
Nederlands
deckhand, roustabout {zn.}
walwerker
kaaiwerker
havenwerker
dokwerker [m] (de ~)
bootwerker [m] (de ~)
havenarbeider [m] (de ~)
deckhand, roustabout {zn.}
schippersjongen


Gerelateerd aan deckhand

roustaboutjack - apprentice