Vertaling van depart

Inhoud:

Engels
Nederlands
to depart, to leave, to set out {ww.}
op reis gaan
afreizen 

I depart
you depart
we depart

ik reis af
jij reist af
wij reizen af
» meer vervoegingen van afreizen

to depart, to leave, to sail, to start {ww.}
afvaren

I depart
you depart
we depart

ik vaar af
jij vaart af
wij varen af
» meer vervoegingen van afvaren

to depart, to leave, to set out {ww.}
op reis gaan
afreizen 

I depart
you depart
we depart

ik reis af
jij reist af
wij reizen af
» meer vervoegingen van afreizen

to absent onself, to depart, to go away, to leave, to absent onself from {ww.}
vertrekken
weggaan 
zich verwijderen
afgaan 

I depart
you depart
we depart

ik vertrek
jij vertrekt
wij vertrekken
» meer vervoegingen van vertrekken

Let's leave.
Laten we weggaan.
I want to leave.
Ik wil weggaan.
to depart, to part, to set forth, to set off, to set out, to start, to start out, to take off {ww.}
afreizen

I depart
you depart
we depart

ik reis af
jij reist af
wij reizen af
» meer vervoegingen van afreizen

to depart, to deviate, to diverge, to vary {ww.}
afwijken

I depart
you depart
we depart

ik wijk af
jij wijkt af
wij wijken af
» meer vervoegingen van afwijken

to depart, to part, to set forth, to set off, to set out, to start, to start out, to take off {ww.}
aftrekken

I depart
you depart
we depart

ik trek af
jij trekt af
wij trekken af
» meer vervoegingen van aftrekken


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

What time does the train depart?

Hoe laat vertrekt deze trein?

And whosoever shall not receive you, nor hear your words, when ye depart out of that house or city, shake off the dust of your feet.

Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.


Gerelateerd aan depart

leave - set out - sail - start - absent onself - go away - absent onself from - part - set forth - set off - start out - take off - deviate - diverge - varygo away - differ - journey