Vertaling van destination

Inhoud:

Engels
Nederlands
destination, terminus {zn.}
bestemming
reisbestemming
reisdoel [o] (het ~)
The traveler reached his destination at last.
De reiziger bereikte uiteindelijk zijn bestemming.
address, destination, name and address {zn.}
adressering
address, destination, name and address {zn.}
inleiding [m] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

What is your final destination?

Wat is je eindbestemming?

The traveler reached his destination at last.

De reiziger bereikte uiteindelijk zijn bestemming.


Gerelateerd aan destination

terminus - address - name and addressaim - text - reading