Vertaling van difference
divergentie
swing
ecart
deviatie
anomalie
abnormaliteit
aberratie
verschilpunt
twistappel
strijdpunt
parisappel
geschilpunt
twistpunt
Voorbeelden in zinsverband
It makes all the difference.
Het maakt al het verschil.
I don't see any difference.
Ik zie geen verschil.
There is a marked difference between them.
Er is een duidelijk verschil tussen deze twee.
What's the difference between these two?
Wat is het verschil tussen deze twee?
What's the difference between lions and leopards?
Wat is het verschil tussen leeuwen en luipaarden?
I can't explain the difference between those two.
Ik kan het verschil tussen die twee niet uitleggen.
Tom doesn't know the difference between astronomy and astrology.
Tom weet het verschil tussen astronomie en astrologie niet.
A lot of children don't hear the difference very well.
Veel kinderen horen het verschil niet zo goed.
Tom doesn't know the difference between God and the Devil.
Tom weet het verschil niet tussen God en de Duivel.
What's the difference between a village and a town?
Wat is het verschil tussen een dorp en een stad?
Do you know the difference between a microscope and a telescope?
Ken jij het verschil tussen een microscoop en een telescoop?
It makes no difference to me whether he comes or not.
Het maakt mij niet uit of hij wel of niet komt.
Everyone can make a difference in their own lives and thereby collectively make the world a better place for themselves and others around them.
Iedereen kan een verschil maken in zijn eigen leven en daarmee gezamenlijk de wereld een betere plaats maken voor zichzelf en anderen om zich heen.