Vertaling van dirty
I dirty
you dirty
we dirty
ik maak vuil
jij maakt vuil
wij maken vuil
» meer vervoegingen van vuilmaken
vies
smerig
vuil
onrein
vuns
vuilmaken
I dirty
you dirty
we dirty
ik bevuil
jij bevuilt
wij bevuilen
» meer vervoegingen van bevuilen
Voorbeelden in zinsverband
Dirty
Vuil
The child is dirty.
Het kind is vies.
Mary's shoes are dirty.
Mary's schoenen zijn vies.
He's a dirty old man.
Hij is een vieze ouwe man.
She gave me a dirty look.
Ze wierp me een vuile blik toe.
She wanted to wash the dirty clothes.
Ze wou de vuile kleren wassen.
My clothes were dirty with oil.
Mijn kleren waren vuil van de olie.
Mother was afraid I would get dirty.
Moeder was bang dat ik vies zou worden.
Tom didn't want to do their dirty work.
Tom wilde hun vuile werk niet doen.
"No," Dima replied. "To help me buy this Armani. I'm dirty, remember?"
"Nee," antwoordde Dima, "om me te helpen deze Armani te kopen. Ik ben smerig, weet je nog?"
"You'll get your clothes dirty." "No worries. They weren't very clean in the first place."
"Je kleren worden nog vies." "Geeft niet. Ze waren toch al niet echt schoon."