Vertaling van divided
onenig
I divided
you divided
he/she/it divided
ik scheidde
jij scheidde
hij/zij/het scheidde
» meer vervoegingen van scheiden
I divided
you divided
he/she/it divided
ik deelde
jij deelde
hij/zij/het deelde
» meer vervoegingen van delen
I divided
you divided
he/she/it divided
ik scheidde
jij scheidde
hij/zij/het scheidde
» meer vervoegingen van scheiden
I divided
you divided
he/she/it divided
ik verdeelde
jij verdeelde
hij/zij/het verdeelde
» meer vervoegingen van verdelen
I divided
you divided
he/she/it divided
ik deelde
jij deelde
hij/zij/het deelde
» meer vervoegingen van delen
I divided
you divided
he/she/it divided
ik middelde
jij middelde
hij/zij/het middelde
» meer vervoegingen van middelen
I divided
you divided
he/she/it divided
ik klasseerde
jij klasseerde
hij/zij/het klasseerde
» meer vervoegingen van klasseren
afscheiden
I divided
you divided
he/she/it divided
ik splitste af
jij splitste af
hij/zij/het splitste af
» meer vervoegingen van afsplitsen
I divided
you divided
he/she/it divided
ik splitste op
jij splitste op
hij/zij/het splitste op
» meer vervoegingen van opsplitsen
Voorbeelden in zinsverband
We divided the money between us.
We hebben het geld onderling verdeeld.
She divided the cake into five pieces.
Ze verdeelde de taart in vijf stukken.
My mother divided the cake into eight pieces.
Mijn moeder verdeelde de taart in acht stukken.