Vertaling van divinity

Inhoud:

Engels

Nederlands

deity, divinity {zn.}

godheid
afgod
god

Do you know which deity this temple is dedicated to?

Weet je aan welke godheid deze tempel is gewijd?

God, deity, divinity, god, immortal {eigenn.}

God [m]

god, deity, divinity {zn.}

god [m]
godheid [v]

God exists.

God bestaat.

God shave the Queen!

God schere de koningin!

deity, divinity, god, immortal {zn.}

Opperwezen [m] (het ~)
opperwezen

deity, divinity, god, immortal {zn.}

god [m] (de ~)
godheid [m] (de ~)
godin [v] (de ~)

God is always right.

God heeft altijd gelijk.

God save the Queen.

God beware de koningin.