Vertaling van divorced
Inhoud:
Engels
Nederlands
divorced {bn.}
gescheiden
divorced {bn.}
gescheiden
I divorced
you divorced
he/she/it divorced
ik scheidde
jij scheidde
hij/zij/het scheidde
» meer vervoegingen van scheiden
I don't want to get divorced.
Ik wil niet scheiden.
Can't you divorce fantasy from reality?
Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?
to disassociate, to disjoint, to dissociate, to disunite, to divorce {ww.}
scheiden
I divorced
you divorced
he/she/it divorced
ik scheidde
jij scheidde
hij/zij/het scheidde
» meer vervoegingen van scheiden
to divorce, to split up {ww.}
scheiden
I divorced
you divorced
he/she/it divorced
ik scheidde
jij scheidde
hij/zij/het scheidde
» meer vervoegingen van scheiden
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Tom divorced Mary.
Tom is van Mary gescheiden.
I don't want to get divorced.
Ik wil niet scheiden.