Vertaling van dock

Inhoud:

Engels
Nederlands
to dock {ww.}
dokken

I dock
you dock
we dock

ik dok
jij dokt
wij dokken
» meer vervoegingen van dokken

to dock, to put away {ww.}
stallen
op een zijspoor zetten

I dock
you dock
we dock

ik stal
jij stalt
wij stallen
» meer vervoegingen van stallen

dock, dockyard {zn.}
dok [o]
dock, sorrel {zn.}
zuring [v]
to dock {ww.}
dokken

I dock
you dock
we dock

ik dok
jij dokt
wij dokken
» meer vervoegingen van dokken

dock, dockage, docking facility {zn.}
liggeld [o] (het ~)
dock {zn.}
strafbank [m] (de ~)
verdachtenbank
beklaagdenbank [m] (de ~)
dock, dockage, docking facility {zn.}
dok [o] (het ~)
dock, loading dock {zn.}
laadperron
dock, pier, wharf, wharfage {zn.}
losgeld
dock, pier, wharf, wharfage {zn.}
kade [m] (de ~)
kaai
wal [m] (de ~)
dock, pier, wharf, wharfage {zn.}
werf
to bob, to dock, to tail {ww.}
kortstaarten

I dock
you dock
we dock

ik kortstaart
jij kortstaart
wij kortstaarten
» meer vervoegingen van kortstaarten



Gerelateerd aan dock

put away - dockyard - sorrel - dockage - docking facility - loading dock - pier - wharf - wharfage - bob - taildisplace - revenue - bench - place - chopine - levy - border - depot - scissor - shipyard