Vertaling van dog
honden-
boerentrien
kuttekop
kuttenkop
totebel
trien
troel
troela
truttebol
tut
tuttebel
nahollen
naijlen
achteraanrennen
I dog
you dog
we dog
ik ren na
jij rent na
wij rennen na
» meer vervoegingen van narennen
nazetten
nazitten
achternazetten
I dog
you dog
we dog
ik zit achterna
jij zit achterna
wij zitten achterna
» meer vervoegingen van achternazitten
I dog
you dog
we dog
ik schaduw
jij schaduwt
wij schaduwen
» meer vervoegingen van schaduwen
I dog
you dog
we dog
ik achtervolg
jij achtervolgt
wij achtervolgen
» meer vervoegingen van achtervolgen
nalopen
I dog
you dog
we dog
ik loop achterna
jij loopt achterna
wij lopen achterna
» meer vervoegingen van achternalopen
joekel
pal
Voorbeelden in zinsverband
What a big dog!
Wat een grote hond!
That dog stinks!
Die hond stinkt!
The dog is dead.
De hond is dood.
The dog went away.
De hond ging weg.
I have a dog.
Ik heb een hond.
This is your dog.
Dit is jouw hond.
Where is your dog?
Waar is jouw hond?
Where is my dog?
Waar is mijn hond?
The dog is dying.
De hond is aan het sterven.
He has a dog.
Hij heeft een hond.
This dog is mine.
Deze hond is van mij.
I like this dog.
Ik houd van deze hond.
The dog is white.
De hond is wit.
The dog was dead.
De hond was dood.
I saw a dog.
Ik zag een hond.