Vertaling van domestic
Inhoud:
Engels
Nederlands
domestic, household {bn.}
familie-
gezins-
huiselijk
gezins-
huiselijk
domestic, domestic help, house servant {zn.}
huisbediende
butler
butler
domestic {bn.}
huishoudelijk
domestic {bn.}
huishoudelijk
domestic {bn.}
huishoudelijk
huishoudkundig
huishoudkundig
domestic {bn.}
huiselijk