Vertaling van dominating

Inhoud:

Engels
Nederlands
to be master over, to dominate {ww.}
meester zijn
de baas zijn
to dominate {ww.}
domineren
overheersen
de boventoon voeren
commanding, dominating, overlooking {bn.}
bevelhebbend
bevelvoerend
autocratic, bossy, dominating, high-and-mighty, magisterial, peremptory {bn.}
overheersend
dominant
dominerend
ascendant, ascendent, dominating {bn.}
prestigieus
to dominate, to predominate, to prevail, to reign, to rule {ww.}
overheersen
heersen
controleren
beheersen
prevaleren
domineren
to command, to dominate, to overlook, to overtop {ww.}
neerzien
neerkijken
to dominate, to eclipse, to overshadow {ww.}
overschaduwen