Vertaling van doubt
twijfelen
dubben
I doubt
you doubt
we doubt
ik twijfel
jij twijfelt
wij twijfelen
» meer vervoegingen van twijfelen
I doubt
you doubt
we doubt
ik betwijfel
jij betwijfelt
wij betwijfelen
» meer vervoegingen van betwijfelen
I doubt
you doubt
we doubt
ik betwijfel
jij betwijfelt
wij betwijfelen
» meer vervoegingen van betwijfelen
twijfeling
twijfelen
betwijfelen
I doubt
you doubt
we doubt
ik vraag af
jij vraagt af
wij vragen af
» meer vervoegingen van afvragen
I doubt
you doubt
we doubt
ik dub
jij dubt
wij dubben
» meer vervoegingen van dubben
I doubt
you doubt
we doubt
ik dub
jij dubt
wij dubben
» meer vervoegingen van dubben
wankelen
I doubt
you doubt
we doubt
ik twijfel
jij twijfelt
wij twijfelen
» meer vervoegingen van twijfelen
aarzeling
onzekerheid
Voorbeelden in zinsverband
No doubt.
Ongetwijfeld.
I very much doubt it.
Dat betwijfel ik zeer.
I don't have the slightest doubt.
Ik heb niet de minste twijfel.
I have no doubt about it.
Ik twijfel er niet aan.
I doubt the truth of his story.
Ik twijfel aan de waarheid van dit verhaal.
There's no doubt that the universe is infinite.
Er is geen twijfel aan dat het heelal oneindig is.
There is no doubt as to who will be elected.
Er bestaat geen twijfel over wie er gekozen zal worden.
I don't doubt that he will help me.
Ik twijfel er niet aan dat hij me zal helpen.
I have no doubt that he will succeed.
Ik twijfel er niet aan dat het hem zal lukken.
Don't worry Mr. President: with gums that bad, I doubt she even HAS teeth.
Maakt u zich geen zorgen, meneer de president: met zulk slecht tandvlees betwijfel ik of ze überhaupt tanden HEEFT.