Vertaling van dream
I dream
you dream
we dream
ik droom
jij droomt
wij dromen
» meer vervoegingen van dromen
I dream
you dream
we dream
ik droom
jij droomt
wij dromen
» meer vervoegingen van dromen
fantaseren
I dream
you dream
we dream
ik fantaseer
jij fantaseert
wij fantaseren
» meer vervoegingen van fantaseren
I dream
you dream
we dream
ik droom
jij droomt
wij dromen
» meer vervoegingen van dromen
dagdromen
I dream
you dream
we dream
ik droom
jij droomt
wij dromen
» meer vervoegingen van dromen
Voorbeelden in zinsverband
I'm living my dream.
Ik leef mijn droom.
You make me dream.
Ge doet mij dromen.
What is your dream?
Wat is jouw droom?
I have a dream.
Ik heb een droom.
She dreamed a strange dream.
Ze had een vreemde droom.
Mayuko dreamt a strange dream.
Majoeko heeft vreemd gedroomd.
Mayuko had a strange dream.
Majoeko heeft vreemd gedroomd.
Mayuko dreamed a strange dream.
Majoeko heeft vreemd gedroomd.
I had a terrible dream.
Ik heb afschuwelijk gedroomd.
I sometimes dream of home.
Soms droom ik over thuis.
The dream has come true.
De droom is werkelijkheid geworden.
Her dream is visiting Paris.
Haar droom is om Parijs te bezoeken.
My dream is to go to Japan.
Het is mijn droom naar Japan te gaan.
Her dream is to become a nurse.
Het is haar droom verpleegster te worden.
He had a strange dream last night.
Hij had vannacht een vreemde droom.