Vertaling van dwell
Inhoud:
Engels
Nederlands
I dwell
you dwell
we dwell
ik woon
jij woont
wij wonen
» meer vervoegingen van wonen
Where do you all live?
Waar wonen jullie allemaal?
They live nearby.
Ze wonen in de buurt.
I dwell
you dwell
we dwell
ik dring aan
jij dringt aan
wij dringen aan
» meer vervoegingen van aandringen
to dwell, to inhabit, to live, to populate {ww.}
bevolken
I dwell
you dwell
we dwell
ik bevolk
jij bevolkt
wij bevolken
» meer vervoegingen van bevolken
to dwell, to inhabit, to live, to populate {ww.}
bevolken
bewonen
bewonen
I dwell
you dwell
we dwell
ik bevolk
jij bevolkt
wij bevolken
» meer vervoegingen van bevolken
to brood, to dwell {ww.}
rondlopen
zitten
zitten
I dwell
you dwell
we dwell
ik loop rond
jij loopt rond
wij lopen rond
» meer vervoegingen van rondlopen
to brood, to dwell {ww.}
dubben
I dwell
you dwell
we dwell
ik dub
jij dubt
wij dubben
» meer vervoegingen van dubben