Vertaling van end

Inhoud:

Engels
Nederlands
to end, to lift, to recall, to rescind, to revoke {ww.}
terugroepen

I end
you end
we end

ik roep terug
jij roept terug
wij roepen terug
» meer vervoegingen van terugroepen

to end, to finish, to terminate, to conclude {ww.}
beëindigen
afmaken 
voleindigen
uitmaken 
besluiten 
afsluiten 

I end
you end
we end

ik beëindig
jij beëindigt
wij beëindigen
» meer vervoegingen van beëindigen

I will finish this work somehow.
Ik zal dit werk op een of andere manier afmaken.
I suggested that we end the meeting.
Ik stelde voor de vergadering te beëindigen.
end, ending, conclusion, finish, termination {zn.}
eind  [o]
einde  [o]
end
beëindiging
voleinding [v]
besluit  [o]
This is the end.
Dit is het einde.
This is the end of my story.
Dit is het eind van mijn verhaal.
end, tip, extremity {zn.}
einde  [o]
uiterste deel
uiteinde
That was the end of the class.
Dit was het einde van de les.
It's not the end of the world.
Dat is nog het einde van de wereld niet.
end, termination, conclusion, finish, ending {zn.}
eind 
einde 
end
uiteinde
slot  [o]
eindigen [o]
afloop  [m]
This is never going to end.
Hier komt nooit een eind aan.
That is somewhat explained at the end.
Dat wordt aan het eind enigszins uitgelegd.
to come to an end, to end, to end up, to expire, to conclude, to finish {ww.}
uitraken
verlopen
uitlopen
uitgaan 
ophouden
eindigen
aflopen 

I end
you end
we end

ik raak uit
jij raakt uit
wij raken uit
» meer vervoegingen van uitraken

to cease, to stop, to end, to quit, to abate {ww.}
stoppen 
ophouden
wijken
uitscheiden
aflaten

I end
you end
we end

ik stop
jij stopt
wij stoppen
» meer vervoegingen van stoppen

Let's quit.
Laat ons ophouden.
You must quit smoking.
Ge moet stoppen met roken.
to halt, to stop, to end, to hold, to obstruct, to stem, to stay, to stall, to arrest {ww.}
stoppen 
aanhouden 
stuiten
stilzetten
stilleggen
keren

I end
you end
we end

ik stop
jij stopt
wij stoppen
» meer vervoegingen van stoppen

You should stop drinking.
Je moet stoppen met drinken.
I couldn't stop Tom.
Ik kon Tom niet stoppen.
to stop, to discontinue, to end, to halt, to lift, to prorogue, to quell, to staunch, to abate {ww.}
afbreken 
opbreken
opheffen
staken
stelpen
stoppen 
stopzetten

I end
you end
we end

ik breek af
jij breekt af
wij breken af
» meer vervoegingen van afbreken

aim, goal, purpose, target, butt, end, intent, objective {zn.}
doel [o]
wit 
honk
doelwit [o]
doelstelling  [v]
They attained their aim.
Ze bereikten hun doel.
This time my goal is Paris.
Dit keer is Parijs mijn doel.
boundary, frontier, limit, border, end, perimeter {zn.}
grens  [v]
perk [o]


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

This is the end.

Dit is het einde.

The conference will end tomorrow.

Morgen is de conferentie afgelopen.

The end justifies the means.

Het doel heiligt de middelen.

His research bore fruit in the end.

Zijn onderzoek droeg uiteindelijk vrucht.

That is somewhat explained at the end.

Dat wordt aan het eind enigszins uitgelegd.

In the end, Jane didn't buy it.

Ten slotte heeft Jane het niet gekocht.

I suggested that we end the meeting.

Ik stelde voor de vergadering te beëindigen.

It's not the end of the world.

Dat is nog het einde van de wereld niet.

In the end she chose another kitten.

Uiteindelijk koos ze een ander kattejong.

That was the end of the class.

Dit was het einde van de les.

This is the end of my story.

Dit is het eind van mijn verhaal.

This is never going to end.

Hier komt nooit een eind aan.

The vacation is close to an end.

De vakantie is bijna om.

The hero died at the end of the book.

De hoofdpersoon stierf aan het eind van het boek.

Go ahead to the end of the street.

Ga rechtdoor, tot het einde van de straat.